Back

Dit uitzendbureau had zo veel klanten dat ze bijna kregen wat ze wilden vermijden…

📈 Een luxeprobleem met grote gevolgen

Een groeiend uitzendbureau in de technieksector had te maken met een uitdaging waar velen van dromen: te veel opdrachten.

Bedrijven vroegen dagelijks om vakmensen, en zij hadden de perfecte kandidaten klaarstaan.

Maar er zat een addertje onder het gras.

💸 Het probleem: salaris vóórfinancieren

  • De uitzendkrachten verwachtten wekelijks hun loon, ongeacht wanneer de opdrachtgevers betaalden.
  • Die opdrachtgevers? Die betaalden pas na 60 tot 90 dagen.
  • In één geval stond er zelfs een factuur van €200.000 open, betaling verwacht over 75 dagen.

Wat betekende dit in de praktijk?

Geen cash = geen lonen uitbetalen.
Geen lonen = geen uitzendkrachten.
Geen uitzendkrachten = klanten moeten afwijzen.

Ze wilden groeien, klanten bedienen, opdrachten aannemen… maar zonder voldoende werkkapitaal liep alles vast.

💡 De oplossing: Factoring

Toen ontdekten ze factoring. Simpel gezegd: ze verkochten hun facturen aan een factoringmaatschappij.
➡️ Ze verkochten hun openstaande facturen van €200.000.
➡️ Binnen 24 uur stond er €198.000 op hun rekening.

🚀 Wat gebeurde er toen?

Met die snelle liquiditeit konden ze:

  • Direct alle uitzendkrachten uitbetalen.
  • Nieuwe opdrachten aannemen – hun capaciteit verdrievoudigde in enkele weken.
  • Een team van 5 extra recruiters aannemen om nog sneller te kunnen schakelen.

Binnen twee maanden zagen ze hun omzet met 30% stijgen.

En dat alles zonder banklening, zonder bureaucratie, en zonder lange wachttijden.

✅ Resultaat

  • €198.000 cash binnen 24 uur, zonder schulden of gedoe.
  • Geen cashflowstress meer, ze bepaalden zelf het tempo van hun groei.
  • 30% omzetgroei in slechts twee maanden.
  • Volledige controle over hun werkkapitaal, met ruimte voor nieuwe klanten en grotere opdrachten.

📣 Call-to-Action

🚀 “Met factoring stop je niet bij succes, je versnelt het. Wil jij groeien zonder cashflowstress? Neem de controle over je cashflow, vandaag nog!”

Martin Aarends
Martin Aarends